Mijn Vriend Benjamin

Louis Neefs

muziek Bobbie Gentry tekst Philemon Van Cauwenbergh

𝄀 G 𝄀 D 𝄀 G 𝄀 D 𝄀

G BenjaD/A min zei: “Ik G/B rijd naar ergens C anders,

Am om er nog wat B7 zon te Em kloppen. G

Am Hier kan je ’t niet B7 verder Emschoppen

G dan een A baan waar je A moe van D7 wordt.” D7

G Samen D/A reden G/B wij naar Knokke-CZoete

Am om er naar de B7 zee te Em kijken, G

Am maar er waren B7 teveel Em rijken

G en men A kwam er al A zon teD7 kort. D7

G Nooit had ik een B7 betere Em vriend dan Em BenjaBm min. Bm

Hij C houdt van C reizen.

G Reizen zit er B7 bij hem Em in van Em jongs af Bm aan Bm

en C op die C wijze

G kwam ik hem toeEm vallig tegen,

G ergens zowat Em halverC wege

en het G feit dat ik Am ook wel eens Bm wat wou C zien,

𝄆 Em maakte mij tot vriend van C BenjaG min.𝄇

G Wij dan D/A maar naar G/B Katelijne-CWaver

Am om tomaten B7 te gaan Em plukken, G

Am maar men moet zich B7 daarbij Em bukken

G en dat A doet ons geA woonlijk D7 pijn. D7

Dus G halfweg D/A tussen G/B Gent en DenderC monde

Am bleven we geB7 zellig Em hangen, G

Am want we lieten B7 ons daar Em vangen

G aan de A zon in een A liter D7 wijn. D7

G Nooit had ik een B7 betere Em vriend dan Em BenjaBm min. Bm

Hij C houdt van C reizen.

G Reizen zit er B7 bij hem Em in van Em jongs af Bm aan Bm

en C op die C wijze

G kwam ik hem toeEm vallig tegen,

G ergens zowat Em halverC wege

en het G feit dat ik Am ook wel eens Bm wat wou C zien,

𝄆 Em maakte mij tot vriend van C BenjaG min.𝄇

G Toen zijn D/A wij maar naar G/B Mechelen geCreden

Am om er zaken B7 te beEm ginnen, G

Am maar we mochten B7 er niet Em binnen,

G want men A kent ons daar A nog van D7 toen. D7

G Dan maar D/A weer teG/B rug naar Knokke-C Zoete

Am om er van de B7 zon te Em dromen, G

Am maar ze hadden B7 ons zien Em komen

G en men A had er geen A hulp vanD7 dien. D7

G Nooit had ik een B7 betere Em vriend dan Em BenjaBm min. Bm

Hij C houdt van C reizen.

G Reizen zit er B7 bij hem Em in van Em jongs af Bm aan Bm

en C op die C wijze

G kwam ik hem toeEm vallig tegen,

G ergens zowat Em halverC wege

en het G feit dat ik Am ook wel eens Bm wat wou C zien,

𝄆 Em maakte mij tot vriend van C BenjaG min.𝄇× 3

𝄆 G 𝄀 B7 𝄀 Em 𝄀 Em 𝄀 Bm 𝄀 Bm 𝄀 C 𝄀 C 𝄇